Ik herlas gisteren een stuk van het boek ‘The creative habit’ van Twyla Tharp. Aan de titel van het boek te zien is al duidelijk dat de auteur vindt dat creativiteit niet zo zeer een talent is, maar vooral een gewoonte. Iets wat je moet onderhouden om het te kunnen blijven doen. Net zoals bijvoorbeeld muziek maken dat is.
De grote muzikale ‘genieën’ als bijvoorbeeld Mozart hadden ongetwijfeld veel talent, maar net zo veel (of meer) discipline en volharding.
Wil je dus creatief WORDEN, dan moet je het regelmatig ZIJN door het te OEFENEN.
Hierbij een aantal suggesties voor dagelijkse oefeningen in creatief denken:
- Als iemand je mening over iets vraagt, gebruik dan de PMI methode van Edward de Bono. Kijk eerst een minuut naar de positieve aspecten, dan een minuut naar de negatieve aspecten en tenslotte kijk je een minuut naar de interessante aspecten. Hierdoor leer je je brein om niet té snel een mening te vormen en meer aspecten mee te nemen in je meningsvorming.
- Als je een probleem ziet (of denkt dat je het ziet), probeer het dan uit de verschillende gezichtspunten van de betrokken te formuleren. Stel dat de verkopen van een bepaald product dalen, formuleer het dan uit het oogpunt van de afdeling verkoop, marketing, productie en logistiek. Hoe denkt de klant hierover? Zijn er misschien ook positieve aspecten die je in overweging kan nemen? Zijn er andere afdelingen die er ook mee te maken hebben en wellicht informatie kunnen verschaffen hoe het op te lossen?
- Als je je ergens zorgen over maakt, stel dan voor wat het minst erge is dat kan gebeuren. En wat zou het ongelovelijke rampscenario zijn? Wat zou er gebeuren als je niets doet?
- Je kunt ook af en toe de oefening met het vertraagde denken doen (zie de blog Vertragen als creatieve strategie)
- Probeer nieuwe dingen te ontdekken, als je routinetaken uitvoert. Op de route van huis naar werk probeer je minimaal 5 dingen te vinden, die je nog niet eerder waren opgevallen.
- Focus om dingen anders te leren zien. Moet je ergens wachten, neem dan de omgeving in je op, doe je ogen even dicht en probeer alles voor je geest te halen, zijn de details ook scherp of niet, wat heb je geregistreerd en wat niet? Open je ogen en kijk opnieuw. Sluit je ogen even en als je ze weer open doet, focus je op een bepaalde kleur (bijvoorbeeld rood). Merk hoe je nu dingen anders ziet.